
Wat verandert er in 2026 in uw portemonnee?

Wat verandert er in 2026 in uw portemonnee?
Prinsjesdag en het Belastingplan
Elk jaar presenteert de Nederlandse regering op Prinsjesdag het Belastingplan voor het volgende jaar. De plannen bepalen hoeveel belasting u betaalt, wat u overhoudt van uw salaris, wat sparen of beleggen kost, en of uw vaste lasten omhoog gaan. Voor 2026 zitten er een aantal forse wijzigingen in, vooral op het vlak van vermogensbelasting (box 3), inkomstenbelasting, koopkracht en fiscale voordelen (zoals voor elektrische auto’s). In dit artikel leggen we uit wat de concrete gevolgen zijn voor uw spaarrekening, salaris, boodschappenlijst en vaste lasten.
Samenvatting:
- De belasting op vermogen stijgt: meer betalen over spaargeld/beleggingen.
- Inkomstenbelasting & kortingen stijgen wel, maar niet volledig mee met inflatie.
- Vaste lasten gaan omhoog op een aantal fronten: logies, auto’s, zorgpremie.
- Koopkracht stijgt gemiddeld (+1,3%), maar dat is niet voldoende om alle stijgende kosten te compenseren voor iedereen.
Vermogensbelasting (Box 3) – spaarders en beleggers meer belast
Voor wie spaart, belegt of vermogen heeft: er komt een duidelijke verzwaring aan.
- Het fictief (“forfaitair”) rendement dat de Belastingdienst hanteert voor overige bezittingen (bijv. beleggingen, tweede woning, obligaties) stijgt van 5,88% in 2025 naar 7,78% in 2026.
- De effectieve belastingdruk – wat u werkelijk betaalt over het vermogen dat boven de vrijstelling uitkomt – stijgt daardoor van ongeveer 2,12% naar 2,80%. Dat is een verhoging van ca. 32% voor wie vermogen in overige bezittingen boven de vrijstelling heeft.
- Die vrijstelling, het heffingsvrij vermogen, wordt daarnaast verlaagd: per persoon van €57.684 → €51.396, voor fiscale partners samen van €115.368 → €102.792.
- Verder worden de regels voor het aantonen van werkelijk rendement (de tegenbewijsregeling) aangescherpt, o.a. voor obligaties en de waardering daarvan. Arbitrageconstructies (slimme schema’s om belasting te ontwijken) worden beperkt. Als u rendement lager is dan het forfaitair rendement kunt u via de tegenbewijsregeling dus wel belast worden voor het werkelijke rendement.
Wie veel vermogen heeft in spaargeld/beleggingen betaalt meer belasting, vooral als het rendement dat u daadwerkelijk haalt lager is dan het fictieve. Zelfs spaarders zonder grote beleggingsportefeuilles zullen merken dat er meer “vaste” belasting komt.
Erf- en schenkbelasting: ook aanpassingen bij nalatenschap
Naast de hogere belasting op vermogen verandert ook het beleid rondom schenken en erven. De regels worden aangepast om belastingontwijking via ongelijke verdelingen bij bijvoorbeeld echtscheidingen of informele relaties tegen te gaan.
Ook wordt de termijn voor het doen van aangifte erfbelasting in sommige gevallen verruimd van 8 naar 20 maanden. Dit geeft nabestaanden meer ruimte bij het afhandelen van een nalatenschap. Deze aanpassingen zijn vooral relevant voor mensen die vermogen willen overdragen binnen de familie.
Inkomstenbelasting & koopkracht: wie gaat vooruit, wie blijft achter?
Wat verandert er op het vlak van inkomen, op uw loonstrookje en wat u overhoudt na aftrek van belastingen?
- De belastingschijven en heffingskortingen worden maar voor 46,2% geïndexeerd aan inflatie. Dat betekent: de grenzen en kortingen stijgen, maar minder dan de prijsstijging van de inflatie.
- Voor mensen met een modaal inkomen (rond de €46.000 bruto per jaar) betekent dit dat ze ongeveer €38,50 netto per maand extra overhouden in 2026 door aanpassingen in schijven en heffingskortingen.
- Voor minimumloners geldt: zij hebben veel minder speelruimte. Omdat schijven en kortingen niet volledig meebewegen met inflatie én vaste lasten stijgen, blijft er voor veel minimumloners weinig of geen extra over. In sommige gevallen kan de koopkracht voor deze groep zelfs licht dalen.
- Gepensioneerden doen iets beter dan modaal werkenden: hun koopkracht stijgt naar verwachting iets meer (gemiddeld +1,5%) tegenover ongeveer +1,3% voor alle huishoudens.
Vaste lasten, BTW & fiscale voordelen
Naast box 3 en inkomstenbelasting zijn er verschillende concrete veranderingen in wat u betaalt voor wonen, vervoer, vakantie etc.:
- Zorgpremie: deze gaat licht omhoog. Van circa €157 → €159 per maand. Het eigen risico blijft in 2026 wel op €385.
- BTW op logies (overnachtingen) stijgt: diensten zoals hotelovernachtingen krijgen te maken met het algemene tarief van 21% in plaats van het verlaagde tarief van 9%.
- Bijtelling elektrische auto’s: tot nu toe genoten zakelijke rijders van een elektrische auto via lease van een fiscaal voordeel: lagere bijtellingstarieven voor EV’s. Vanaf 1 januari 2026 vervalt dat volledig: elektrische auto’s krijgen hetzelfde bijtellingspercentage als benzine-/dieselauto’s (22%). Dat kan honderden tot duizenden euro’s extra kosten per jaar, afhankelijk van cataloguswaarde en gebruik.
- In 2026 vervalt de maximale huurgrens voor huurtoeslag, telt alleen de kale huur (zonder servicekosten), krijgen jongeren vanaf 21 jaar volledig recht op huurtoeslag en komen meer mensen met een laag inkomen in aanmerking.
Ongelijk verdeeld
Per saldo leiden de plannen voor 2026 tot een licht hogere koopkracht voor het gemiddelde huishouden, maar die winst is ongelijk verdeeld. Terwijl werkenden met een modaal inkomen of gepensioneerden erop vooruitgaan, krijgen spaarders, beleggers en minimumverdieners te maken met hogere lasten of beperkte voordelen. Ook veranderingen in toeslagen, fiscale regelingen en vaste lasten zorgen ervoor dat het loont om uw financiële situatie opnieuw onder de loep te nemen. Wat u daadwerkelijk in uw portemonnee merkt, hangt dus sterk af van uw persoonlijke omstandigheden.
Meer nieuwsartikelen
- Meer mensen positief over hun geldzaken
- Wat betekent afbouw van de hypotheekrenteaftrek voor de portemonnee?
- Belastingdienst maakt fouten in eerste stappen hersteloperatie Box 3
- 163.000 Nederlanders in armoede kampen met grote schulden
- ECB houdt rente gelijk op 2 procent door onzekerheid rond Amerikaanse importheffingen